Nike: ‘In het bos moet je bewegen’
Box 2: de dreef met de parking naast het heem
Materiaal in box 2:
□ 2 ping-pongballetjes
□ 2 ping-pongbats
□ 2 houten bogen Voorlopig niet beschikbaar
□ 2 kokers met elk 10 pijlen met rubberen zuignap
□ Roos
□ Cornhole Darts bord, incl. 8 zandzakjes (bean bags) in 2 verschillende kleuren
□ 4 Springtouwen
Titel: Ping-pong
Opstelling: De ping-pong-tafel aan de dreef met de parking.
Materiaal: 2 ping-pongballetjes en 2 paletten
Spelers: per set van 2 of 4 spelers.
Spelregels:
Twee spelers plaatsen zich aan beide kanten van de ping-pongtafel. Een speler start en kaatst het balletje op het vlak an de tegenspeler die de bal één keer laat botsen en dan naar de andere speelhelft terugslaat. Het doel is zoveel als mogelijk de bal in één beweging naar elkaar te kaatsen.
Titel: Boogschieten
Opstelling: De schietlijn ligt meestal op 5 à 10 meter van het doel voor beginners. Beide spelers staan naast elkaar, elk op hun eigen gemarkeerde positie. Er wordt om de beurt of tegelijk geschoten, afhankelijk van niveau. Nooit richten op mensen of dieren.
Enkel pijlen ophalen na signaal of wanneer beide schutters klaar zijn. Schieten gebeurt nooit tegelijk in elkaars richting
Materiaal: 2 sets van boog en een 10 pijlen met zuignap.
Spelers: Max 2 spelers tegelijk omwille van veiligheid
Spelregels: De beide spelers schieten de pijlen met zuignap naar de roos. We de meeste punten behaald op de roos wint het spel.
Meestal wordt de binnenste gele ring = 10 punten en de buitenste gele = 9 punten. Je telt per pijl en schrijft dit op een scoreblad per speler per ronde.
Titel: Cornhole Darts Spel
Het Cornhole Darts Spel combineert twee populaire spelen in één bord: cornhole en darts. Het doel is om zoveel mogelijk punten te scoren door zandzakjes op of door het bord te gooien (cornhole) of op een dartpatroon te mikken (darts).
Opstelling: Zet het bord op een vlak en stabiel oppervlak. Plaats het bord schuin, zodat de bovenkant hoger ligt dan de onderkant. De afstand tussen werplijn en bord is gemiddeld 2,5 à 3 meter (voor kinderen kan dit korter). Zorg voor voldoende ruimte achter de werplijn om veilig te gooien.
Materiaal: Het Cornhole Darts bord, 8 zandzakjes (bean bags) in 2 verschillende kleuren (4 per speler/team), Scoreblad en pen of krijtbord voor scoreverwerking
Spelers: 1 tegen 1 (individueel) of 2 tegen 2 (teams). Bij teams gooien de teamleden om de beurt.
Spelregels:
Bepaal wie mag beginnen (bijv. door een worp dichtst bij het bord). Elke speler (of team) gooit om de beurt zijn 4 zandzakjes.
Punten worden geteld na elke worpronde. Daarna wisselen de spelers van beurt of zijde.
Het spel loopt door tot één speler/team de afgesproken winstscore bereikt.
De puntentelling
- Zakje door het gat = 3 punten
- Zakje op het bord (blijft liggen) = 1 punt
- Zakje dat van het bord glijdt of de grond raakt = 0 punten
- Na elke ronde worden de scores van beide spelers verrekend (hogere score krijgt het verschil).
- Het spel gaat door tot een speler/team 21 punten bereikt (of een andere vooraf afgesproken score).
Titel: Touw springen
De basisregels zijn identiek als voor traditioneel touwspringen (1 touw, 1 of meer springers),
Opstelling: Zet het bord op een vlak en stabiel oppervlak. Plaats het bord schuin, zodat de bovenkant hoger ligt dan de onderkant. De afstand tussen werplijn en bord is gemiddeld 2,5 à 3 meter (voor kinderen kan dit korter). Zorg voor voldoende ruimte achter de werplijn om veilig te gooien.
Materiaal: 4 Springtouwen. Pas de lengte aan. Bij individueel springen reikt het touw tot net onder de oksels wanneer je erop staat. Met twee draaiers: lang touw van ±3,5–5 m.
Spelers: Individueel 1 of meerdere springers, in team heb je 2 draaiers nodig en meerdere springers.
Spelregels:
In startpositie staan de springer(s) in het midden van het touw. De draaiers draaien het touw in een gelijkmatig tempo.
De springer mag het touw niet raken. Er wordt ritmisch over het touw gesprongen Meestal krijgt elke deelnemer een vaste tijd (bijv. 30 sec.) of aantal sprongen. Als de springer het touw raakt, stopt de beurt of verliest punten.
Aantal correcte sprongen binnen tijd geldt als score
